Welkom

Mijn naam is Ellen Emonds en ik ben leerkracht van groep 8. Op mijn blog publiceer ik de columns die ik schrijf over mijn werkzaamheden in het onderwijs.



maandag 31 januari 2011

Dagboek van een juf

Kinderen houden je iedere dag een spiegel voor. Zo ook mijn groep achters. Reacties van kinderen zijn wat mij betreft het belangrijkste reflectie-instrument om op ons eigen handelen terug te kijken.

Vrijdag na de cito-toets

Ik heb zojuist een preek afgestoken tegen de kinderen over de werkhouding die ik van hen verwacht na de Cito-toets. Het schooljaar is nog lang niet voorbij en we blijven de komende tijd gewoon het reguliere programma draaien. Toen ik klaar was vatte Jan in één woord samen hoe mijn relaas was overgekomen: ‘Amen.’


Yell

We gaan naar de voorleeskampioenschappen en zijn druk bezig met spandoeken om onze kampioen Marit aan te kunnen moedigen. Ik had gevraagd of er kinderen waren die een leuke yell wisten. Ik hielp kinderen met hun spandoeken op het moment dat Charly naar me toe kwam. “Ellen, Manfred en ik hebben een superleuke yell bedacht!” Omdat ik druk was met het vasthouden van een spandoek, zei ik zonder Charly aan te kijken: ‘Oh leuk, vertel.’ Waarop hij antwoordde: ‘Ja, das ook lekker. Je kijkt niet eens naar me! Dat moet ik wel altijd van jou.’


Mooi hoor!

Dinsdagmiddag, tijd voor handvaardigheid. De kinderen zijn al een aantal weken druk met het maken van hun eigen handpop. Het hoofd is van papier-maché en het lijf van stof. Karim zwoegt op zijn pop en bekijkt hem telkens kritisch van alle kanten. Marjan, tweedejaars pabostudent en onze stagiaire, staat bij Karim te kijken. “Ik vind hem mislukt, hij is lelijk. Wat vind jij ervan?” vraagt Karim aan Marjan. “Ik vind hem helemaal niet lelijk, juist mooi!” Waarop Karim opmerkt: “Hmm, ik weet heus wel dat je op school leert om zo op kinderen te reageren, maar die pop ziet er niet uit natuurlijk”.


1 april

We hebben met het team een volgens ons leuke 1 april grap bedacht. In verband met overmatig gebruik van toiletpapier door de kinderen, moet iedereen woensdag (1 april) een eigen toiletrol meenemen. Dit om kinderen bewust te maken van het aantal velletjes dat ze telkens door de wc spoelen. Er is zelfs een officiële brief mee naar huis gegaan. Gevolg: boze en verontwaardigde kinderen! Belachelijk vonden ze het, wij wisten toch zeker ook wel dat het in de bovenbouw helemaal geen probleem is? En waarom werd dit niet eerst even besproken met de kinderen, dan konden ze tenminste meedenken over een oplossing voor dit toiletprobleem.Heel goed, die constructieve houding! ’s Middags hadden echter al een paar kinderen een toiletrol mee naar school genomen. Dat moest toch, reageerden ze nog steeds verontwaardigd.Trots op mijn mondige, maar brave kinderen liep ik aan het einde van de dag naar mijn auto. Tot mijn verbazing was hij helemaal omwikkeld met wc papier en hing er een klein briefje aan: ‘Alvast 1 april!’

Voetbaltoernooi

Eindelijk is het dan zover: deze week is het schoolvoetbaltoernooi. Zelf ben ik behoorlijk fanatiek, mijn motto is niet voor niets: winnen is belangrijker dan meedoen! Hierover maak ik wel eens een grapje tegen de kinderen, maar stiekem meen ik het wel. Ik dacht alleen dat ik dat aardig goed verborgen wist te houden voor de kinderen. De meiden en de jongens hebben een apart team. De meiden zijn sinds drie weken niet meer bang voor de bal en dat is al een hele prestatie. Het jongensteam is echter een geoliede machine en ze maken heel veel kans om het toernooi te winnen. Beide teams spelen in hun eigen poule en we hebben het in de kring even over de wedstrijdtijden, het aanmoedigen van elkaar en dergelijke. We stoppen met kletsen en gaan naar buiten om te pauzeren. Eén van mijn meiden komt naar me toe en merkt nuchter op: ‘Volgens mij heb je meer vertrouwen in de jongens dan in ons.’ ‘Hoezo?’ reageer ik. “Omdat je het telkens over ‘het meisjesteam’ en ‘wij’ hebt.”

Geen opmerkingen:

Een reactie posten